Dicht bij China, bijna in Afghanistan

Een spannende titel en heel apart gevoel, want we zijn Tadzjikistan binnen gereden. De grenzen met Afghanistan en China zijn dus nog niet écht in zicht, maar we gaan de goede kant op. Wat ons betreft in ieder geval. Waar het in Oezbekistan nog niet zo makkelijk was om aan geld te komen begint de eerste Tadzjiekse geldautomaat meteen te ratelen. Kort nadat we de bus aan de oever van de Zeravshanrivier parkeren om te overnachten, krijgen we bezoek van twee broertjes. Een beetje verlegen maar lekker nieuwsgierig. We leren een paar Tadzjiekse woorden, bladeren met z’n vieren door ons reisdagboek en bekijken de foto’s die we hebben laten afdrukken. Twee uur later roept er in de verte iemand dat de jongens naar huis moeten en gaan wij koken.

Hapje eten in de Bulli
Wasdag in Tadzjikistan

De afgelopen dagen reden we vooral door uitgestrekte zandvlaktes. In Tadzjikistan wordt het landschap meteen ruwer en zijn er tal van valleien, bergpassen en meren die we willen verkennen. We gaan offroad richting de zeven meren in een mooie vallei bij Panjakent. Langs de rivier zitten tientallen vrouwen en kinderen grote tapijten te schrobben en worden we al van ver toegezwaaid. Ruben besluit een duik te nemen, maar het water is zo koud dat we uiteindelijk maar wat kleren wassen en even pootje baden. Als we terug rijden komen we in een fotoshoot van een aanstaand bruidspaar terecht dat hun ‘love-story’ aan het opnemen is. En natuurlijk moeten er ook foto’s gemaakt worden met de Bulli. Of we even tijd hebben. Bijna anderhalf uur later vinden we het welletjes en maken duidelijk dat we weer op pad willen en worden we als dank getrakteerd op een smakelijke lunch.

Water vullen, gelukkig hebben we een filter!

Een dag later bereiken we het Iskanderkul meer. De route ernaartoe is prachtig en het water lijkt iets warmer en beter geschikt voor een frisse duik. Na een kijkje bij het zomerverblijf van de Tadzjiekse president pikken we twee Duitse lifters op die we meenemen naar Dushanbe. De twee vertellen over hun plannen om drie jaar lang met kamelen door centraal Azië te gaan reizen. Aanvankelijk zijn we een beetje sceptisch en weten niet zeker hoe serieus de plannen zijn, maar de rit naar Dushanbe duurt lang genoeg om meer te leren over kamelen dan we ooit hadden kunnen bedenken. Er zijn in Duitsland zelfs een aantal kamelen ‘maneges‘ waar de twee regelmatig hun omgang met kamelen trainen. Hun verhaal lees je hier: https://www.neuzeit-nomaden.de/

Dushanbe

In Dushanbe komen we er net op tijd achter dat de volgende dag een feestdag is en de winkels en musea gesloten zijn. Een rustige dag om de stad te verkennen, maar dat betekend wel dat we nog even opzoek moeten naar motorolie en smeervet. Om te overnachten rijden we de stad weer uit. Het is al donker dus we zoeken een slaapplek op de iOverlander app. De keuze is beperkt, maar we vinden het kleine grasveldje op een heuvel al snel. Er stoppen een paar auto’s om een praatje te maken en niemand lijkt er een probleem mee te hebben dat we er de nacht door willen brengen. Totdat er, net voordat we naar bed willen, twee mannen met een stuk hout op de bus kloppen. Nadieh is niet onder de indruk, maar Ruben is er niet helemaal gerust op. We draaien het dakraam open en vragen wat er aan de hand is. De mannen lijken niet echt voor rede vatbaar en we moeten naar buiten komen. We proberen duidelijk te maken dat we verder rijden, maar daarvoor moeten we toch de bus uit om het raamzeil te verwijderen. Terwijl Nadieh snel het zeil van de voorruit haalt, probeert Ruben erachter te komen wat er precies aan de hand is. De twee mannen worden ondertussen iets vriendelijker en even later wordt met hilarisch hand- en voetwerk duidelijk wat ze bedoelen. We mogen gewoon blijven slapen, maar géén seks hebben. We schudden handjes, de mannen verdwijnen in het donker en wij kruipen terug de Bulli in. We komen er nooit achter of het seksverbod serieus was of dat ze ons even lekker in de maling wilden nemen.

Lunchen voor twee Euro in Qal’ai Khumb

We brengen nog een dag in Dushanbe door, lopen door de parken en brede lanen van de stad waar een iets uitgestorven sfeer hangt door de feestdag. Een museumbezoek zit er ook niet in en na een paar uur vinden we het welletjes. Nog even  langs het Gazprom tankstation om onze jerrycans met schone 95 octaan benzine te vullen. Daarna gaan we op pad richting de Afghaanse grens die we de komende dagen zullen volgen door de Wakhanvallei, een droom voor elke overlander. Maar de eerste stop op ongeveer 80 kilometer van Dushanbe staat in groot contrast met die mooie droom. Een klein monument op de plek waar in Juli 2018 vier fietsers waaronder een Nederland om het leven kwamen en twee anderen gewond raakten bij een aanval van een groepje extremisten.  De weg wordt ondertussen van ‘interessantere’ kwaliteit en de uitzichten na elke bocht spectaculairder. In Qal’ai Khumb stroomt een riviertje met felblauw smeltwater in de bruine Pyandzhrivier, waarbij de twee stromen niet mengen en het blauwe en bruine water naast elkaar blijft stromen. Qal’ai Khumb is een van de weinige dorpen met een aantal voorzieningen zoals een pinautomaat en een typische plek om andere overlanders te ontmoeten die zich voorbereiden op de rit door de Wakhanvallei. Wij gaan opzoek naar een slaapplek en vallen in slaap bij de gedachte dat we de komende tien dagen niet verder dan de tweede versnelling zullen komen en met gemiddeld 20 kilometer per uur langzaam door het zuiden van Tadzjikistan rollen.

Links Tadzjikistan, rechts Afghanistan

1 thought on “Dicht bij China, bijna in Afghanistan

Laat een reactie achter op Lisa richarz Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *