Nepalgunj & Bardia National Park

Na een paar dagen relaxen stapten we fris en fruitig in de nachtbus van Pokhara naar Nepalgunj. De rit zou 16 uur duren en omdat we niet precies wisten wat ons stond te wachten waren we op het ergste voorbereid. Aangekomen in Nepalgunj viel de busrit reuze mee, al brachten we die nacht de tijd door op een aantal minder charmante plekken van Nepal. Rond een uur of acht werden alle lege plekjes in de bus tijdens een korte stop vol gestopt met zakken aardappels en rond elf uur volgde de trouwe stop voor Dal Baaht. Met een snelheid van niet meer dan 40 km per uur hobbelden we de nacht door en arriveerden we ’s ochtends vroeg in een nog slapend Nepalgunj. De stad is niet meer dan een stoffige onaantrekkelijke handelspost met India op nog geen kilometer van de Indische grens. We besluiten er een nachtje te blijven en dat is meer dan genoeg.

Het dorpje Thakurdwara ligt uitgestrekt over een paar kilometer langs een rivier en tijdens de zoektocht naar onze homestay kijken we onze ogen uit. We zijn in een totaal ander Nepal. Het leven hier is nog traditioneler en authentieker dan in de bergen. Het gerucht dat we in Bardia Homestay willen verblijven gaat als een lopend vuurtje en mensen wijzen ons spontaan de weg terwijl we ons realiseren dat we eigenlijk maar tegen twee personen verteld hebben waar we naartoe willen! Een uurtje later worden we hartelijk ontvangen door Budhi en Sonja die ondertussen natuurlijk ook al weten dat wij eraan komen. Het Nepalees-Nederlands stel verhuurt er sinds 1 seizoen twee behoorlijk luxe kamers, waaronder hun eigen slaap- en badkamer en die is gelukkig nog vrij. We blijven er uiteindelijk vijf nachten en beleven er een geweldige tijd in de traditionele dorpjes Thakurdwara en Dalla, maar vooral tussen het wildlife van het park.

We fietsen er een dag rond en trekken er de volgende dag met Budhi op uit, het park in om een glimp op te vangen van het wild dat er in en rond Bardia National Park leeft. We zoeken telkens plekjes langs de rivier waar er een kans bestaat dat er een olifant, tijger of neushoorn het water oversteekt. Terwijl we stil afwachten ontdekken we op nog geen 10 meter van waar we zitten een python, verscholen in de struiken. Aan de grootte van de kop en dikte van het lijf schatten we dat het beest zo’n vijf meter lang moet zijn! Gedurende de dag zien we talloze apen en verschillende soorten herten. Als Budhi verse sporen vindt van een tijger stijgt de spanning. De pootafdrukken zijn duidelijk zichtbaar en we volgen het spoor. Niet veel later horen we in de verte het gebrul van een tijger en dringt het telkens een beetje meer tot ons door dat we niet in een dierentuin zitten, maar in een woud tussen de wilde beesten. Apen waarschuwen het kleine wild met typische geluiden over de aanwezigheid van een tijger en wij proberen aan de hand daarvan te ontdekken waar het beest moet zitten. Terwijl we helemaal gefocused zijn op de tijger zien we verscholen achter de struiken een neushoorn, badend in de rivier. Hoewel alleen z’n kop boven water uitsteekt wordt ons maar al te duidelijk hoe groot en machtig het beest is en als we een uurtje later een andere plek opzoeken steekt er in de verte een andere neushoorn de rivier over.

De tijger laat zich niet meer horen of zien, maar de belevenis van dit soort grote beesten om je heen is er niet minder om. Op de weg terug naar de uitgang van het park liggen er twee krokodillen op de oever van de rivier. We naderen de beesten tot op een meter of twintig, dan vinden we het welletjes!

Om de jungle en de beesten nog beter te kunnen beleven brengen we een nacht door in het woud aan de rand van het park. We steken tegen de avond de rivier over, zetten onze tentjes op en maken een vuur om eten te bereiden en tijgers en olifanten op een afstand te houden. De twee voorgaande nachten hoorden we hoe olifanten op een aantal plekken het hekwerk rond het dorp vernielden om zich tegoed te doen aan de verse gewassen op de velden. De lokale boeren houden de wacht in hoge torens rond het dorp en proberen de olifanten met fakkels en grote kampvuren weg te jagen. Volgens Budhi komt er daarbij elk jaar wel een persoon om het leven door een aanval van een olifant. We nemen ons kampvuur dan ook erg serieus! Als de zon is onder gegaan en we genieten van een super mooie avond horen we beweging in de keien aan de overkant van de rivier. Budhi springt op en gooit een grote hoop takken op het vuur dat meteen oplaait. Het geluid lijkt te naderen en als we geplons in het water horen meent Budhi aan de snelheid van de stappen te herkennen dat er een olifant onze kant op komt. We zitten muisstil aan de oever terwijl de hoge vlammen de olifant niet op andere gedachten lijken te brengen. Als het geplons stopt en we de stappen in de keien op onze oever horen proberen we met onze lampen het beest af te schrikken en blijkt dat er geen olifant maar een neushoorn op zo’n 25 meter bij ons vandaan de oever op klimt!

Het gevoel om echt tussen de olifanten, neushoorns en tijgers te zitten is onbeschrijfelijk en niet helemaal te bevatten. Een uitspraak van een Amerikaan die we tijdens de Annapurna Trek ontmoetten sluit perfect aan bij een verblijf in Bardia National Park: “All of a sudden you realise you are not on top of the food chain anymore.” De vijf dagen in Thakurdwara zijn voorbij gevlogen. Ondertussen wachten we op het vliegveld van Mumbai op onze vlucht naar Bangkok en genieten na van onze laatste week in Nepal die we doorbrachten in Lumbini en Tansen, maar die update volgt vanuit Bangkok!