Bandar Seri Begawan, Brunei!

De dag waarop we van Miri naar BSB (Bandar Seri Begawan, de hoofdstad van Brunei) reizen is tevens de eerste dag van de Ramadan. De busrit verloopt soepel en we hebben weer een nieuwe stempel te pakken. Bij aankomst in ons guesthouse worden we er meteen op geattendeerd dat de ramadan begonnen is en we beter niet op straat kunnen eten. Veel restaurantjes zijn overdag wel geopend, maar serveren uitsluitend take-away. Dus take-away it is en even later zitten we op onze kamer met een bakje rijst en noedels.

 Als we een rondje door BSB lopen krijgen we al snel de indruk van een kleine provinciale stad in plaats van die van een drukke bruisende hoofdstad. Brunei is natuurlijk geen groot land en BSB dus geen grote stad. De grootste en belangrijkste bezienswaardigheid is de elegante Sultan Omar Ali Saifuddien Moskee. We lopen er een rondje omheen en na een poosje wordt Nadieh vriendelijk verzocht het terrein te verlaten. Moskeeën zijn tijdens de vastenmaand niet toegankelijk voor niet-moslims. Ruben mag gewoon blijven en schiet nog een paar plaatjes. Wie weet dankzij de baard? We maken een kort praatje met een groepje jongeren die ons ervan overtuigen volgende maand terug te komen om de moskee te bekijken. Zullen we zeker doen!

 Als de avond valt en de locals dus weer mogen eten schieten de ‘ramadan-buffetten’ als paddenstoelen uit de grond. Bijna elk restaurant bouwt op straat een smakelijk buffet op: All(ah) you can eat voor nog geen 5 euro (flauw…). We besluiten mee te doen en scheppen onze borden vol. Niet slecht eigenlijk, die ramadan.

De volgende dag willen we twee kleine musea en Kampung Ayer aan de overkant van de rivier bezoeken. Maar het is vrijdag. En vrijdag én ramadan in een streng moslim landje betekend een vrijwel uitgestorven stad. Alsof het Nederlands elftal de WK finale speelt. Straten zijn leeg, winkels en musea dicht. Daar hadden we dus even geen rekening mee gehouden. De speedbootjes naar de overkant van de rivier varen wel, dus een middagje dwalen over de houten stijgers van één van de grootste Kampung Ayers zit er wel in. Kampung Ayer betekend zoveel als ‘waterdorp’. Elk huis, winkeltje, school en moskee is gebouwd boven het water op een groot aantal houten palen en zijn onderling verbonden met houten stijgers. Zo ontstaat er een wirwar van kleine paden en steegjes, een soort van Venetië op stelten. Als de bewoners het water niet als vuilnisbelt en als riool zouden gebruiken, want zolang we recht vooruit kijken is de Kampung Ayer erg gezellig en knus, maar als we naar beneden kijken ligt echt alles bezaaid met zooi.

Zoals we tot nu toe in elke hoofdstad deden posten we ook hier een kaartje voor het thuisfront. Na drie dagen verlaten we Brunei en beginnen aan een melig busritje naar Kota Kinabalu.