Bintulu & Miri

Dat we ooit in Brunei terecht zouden komen hadden we niet verwacht, maar na Belaga zetten we via Bintulu en Miri koers naar Bruneis hoofdstad. In Bintulu nemen we intrek in een klein comfortabel hotelletje om Borneo even te laten bezinken. Bintulu is een druk stadje dat net als Miri wel vaart bij de gas- en oliebronnen in de omgeving.

Het centrum van de stad zijn we binnen een uur rond en ontdekken in die tijd een plek die tegen acceptabele bedragen westerse gerechten serveert. We besluiten voor de afwisseling weer eens te ontbijten met brood en een eitje en halen op de markt een verse ananas die we op onze hotelkamer fileren en verorberen, samen met een paar cakejes die we op de nightmarket kopen. Terwijl we ervan uit gingen dat we chocolade cake kochten bleek het uiteindelijk een bruine geleiachtig gebakje te zijn. Een beetje vreemd, maar wel lekker. En ook hier gaat het dus weer over eten!

Op weg naar Miri maken we een tussenstop van een nacht in het Batu Niah park. De twee enorme grotten in het park bieden onderdak aan duizenden vleermuizen en zwaluwen. De vloer van de grot is op sommige plekken bedekt met meer dan drie meter guano, vogelpoep. In de grotten worden er belangrijke archeologische opgravingen gedaan en menselijke graven ontdekt van wel 40000 jaar oud. In één van de grotten zijn er zelfs muurtekeningen uit de eerste eeuw te vinden. Een belangrijke activiteit in de Great Cave is het verzamelen van zwaluwnesten die vooral in China als delicatesse gelden en waar enorme bedragen voor worden betaald. De verzamelaars hangen aan wankele constructies van bamboe tot wel 75 meter hoog aan het plafond van de grot om de nesten naar beneden te kunnen halen.

Als de avond valt wachten we samen met een paar belgen en een Engelsman op het moment dat de vleermuizen de grot massaal zullen verlaten. Maar het schouwspel blijft uit, door de regen gaan er maar een klein aantal vleermuizen op pad en wij hebben nog een tocht van een uur te gaan voordat de laatste boot ons de rivier over brengt, terug naar het kamp rond het hoofdkwartier van het park.

De volgende dag regelen we in het hoofdkwartier van het park vervoer naar de doorgaande weg richting Miri waar we bij toeval arriveren op het moment dat er een bus naar Miri stopt voor een korte pauze. We spreken een prijs af voor het ritje, gooien onze tassen onder in de bus en zijn op weg naar Miri.

Miri is een drukke maar gezellige stad. Naast een bezoekje aan het petroleum museum brengen we er een halve middag door in een Apple winkel om onze foto’s van de ene op de andere usb-stick te kopiëren en updaten we de site in een klein donker internetcafé, verstopt in een hoekje van een winkelcomplex. Tegen de avond maken we ons op voor een klein feestje, want precies tien jaar geleden tijdens een avondje Schintaler in Nijswiller kregen we verkering. Twee halve liters weizen, soep vooraf, porseleinen servies en stoelen met kussens, op naar de volgende tien jaar en op naar Brunei!